woensdag, juli 07, 2010


De sporen van mijn karretje, waarin ik mijn vondsten onderweg opberg, worden langzamerhand zichtbaarder langs de gehele IJmuider kustlijn.
Een route leidt mij vanaf het Pontplein langs de Kanaaldijk naar de sluizen. Ik loop over de sluizen naar de overkant langs de Hoogovens richting de pont die mij weer terug naar het Pontplein zal varen, een wandeling van ongeveer 5 uur.
IJmuiden wordt opeens een stuk grimmiger aan deze kant van het water. Een dikke mist hangt over de contouren van het fabrieksterrein. Het valt me op dat zo veel kust afgesloten is door grote hekken en barricades. Zij blokkeren de doorgang naar de uiterste puntjes waar land van zee gescheiden is.
Ik vind de IJmuidenaar die ik onderweg tegenkom aardig, een beetje bot, maar aardig en behulpzaam. Ik stel soms vreemde vragen over objecten die ik onderweg vindt, maar altijd staan ze mij te woord:
Ik: "Goedemorgen heeft u al beet?"
Man aan het vissen bij de sluizen kijkt voor zich uit: "ja, twee scharretjes"
Ik: "Dat wordt een lekker maaltje"
Man aan het vissen bij de sluizen:"ja"
Ik probeer wat te glimlachen en iets te zeggen, maar schuif een beetje hen en weer op mijn plek.
Man aan het vissen bij de sluizen: "wat doe jij hier?"
Ik: "de stad verkennen" ( en ik lieg niet als ik dat zeg)
Man aan het vissen bij de sluizen: "Ja snorren zeker!"
Ik: "sorry, snorren?"
Man aan het vissen bij de sluizen: "ja winkelen!"
Ik: "oh...ja misschien wel...." (ik heb het idee dat ik hem niet zo goed uit kan leggen dat ik eigenlijk oude troep van de straat verzamel die ik als mooie vondsten beschouw.)
De man aan die aan het vissen is bij de sluizen wrijft zijn duim en zijn wijsvinger over elkaar en zegt: " maar dan moet je wel dit hebben!!"
De hengel begint te piepen, tijd om te gaan.